Het Oranjevirus is nu echt uitgebroken. Er moest op tijd naar huis geracet worden. Voorafgaand aan de wedstrijd hebben we getraind. In de tuin.
Als beloning voor ons harde gepersie waren er Oranje tompoezen van de bakker. Het commentaar en de aanmoedigingen waren citaatwaardig.
We zijn schor en voelen ons koortsig. We hebben kramp in onze tenen van het krommen. We sprongen op en neer. Onze harten klopten in onze kelen van de (in) spanning. Wij feesten nog even door.