Ik zie ze overal verschijnen op facebook en twitter. Grote, kleine, dikke, dunne, scheve, rechte, sprieterige, fleurige, kleurige, echte, neppe, eenkleurig, tweekleurig of gigantische explosies van licht, kleur en feestelijkheid. Blijkbaar is het hip. Een foto van je boom. Op internet. Ik heb natuurlijk ook foto’s van de mijne. Van elk jaar dat ik niet meer bij mijn ouders woonde, is er overigens een foto van mijn boom.
Of eigenlijk onze bo(o)m(en). Want daar was die vent natuurlijk ook goed voor. De mannen waar ik mee samenwoonde de afgelopen 10 jaar, die moesten sjouwen. En zagen. En rechtzetten. En mijn gekreun en gesteun aanhoren als bleek dat de mooie, ronde, volle boom die ik met zorg had uitgekozen, tóch een tak scheef had zitten. Dan moest ie gedraaid, gesnoeid, gezaagd en zo gemodelleerd dat ie er picobello uitzag. Een regelrechte obsessie. Elk jaar weer. En ze moesten vooral niet zeuren. Een kerstboom in huis is traditie. Wat er ook gebeurt, er moet er eentje komen.
Ik woon inmiddels (of eigenlijk alweer) niet meer samen. En omdat ik heus wel een lampje kan verwisselen, een spijkertje in de muur kan slaan, een schroefje ergens in of uit kan draaien, weet hoe ik een Hilti vast moet houden en zelfs het meest ingewikkelde bouwpakket van ikea aandurf, dacht ik al schouderophalend vorige week: ‘Dat doe ik wel even. Wat is nou een kerstboom halen en opzetten? Toch zo gebeurd?’.
En dat heb ik geweten. Mijn hoveniers boden ’s ochtends al aan om te helpen. Ik wuifde hun aanbod weg. Ik kon dat best zelf, zei ik met mijn armen over elkaar en met een trotse blik vanachter mijn bureau.
Al ellebogend door de drukte kon ik alleen maar zuchten omdat ik de verkeerde schoenen aangetrokken had die morgen. In panty’s en op mn peeptoes door de naaldbomenblubber. Het was achteraf gezien niet zo’n goed idee.
Ik trok de eerste de beste boom uit de stapel, bekeek hem een beetje en besloot dat die koude, drukke, blubberige, helse tent bij IKEA niet echt mijn ideale vrijdagmiddaguitje was. Puffend, zuchtend en met de groots mogelijke moeite probeerde ik mijn boom op te tillen. Met twee handen om de boom geklemd en met beperkt zicht door de groene naaldenmassa voor mn hoofd, manoeuvreerde ik me naar de uitgang.
Ik had mn handen vol en de medewerker bij de uitgang keek me verwachtingsvol aan. Ik stond haar ook aan te kijken, met een boom van weetikhoeveelkilo in mn beide handen geklemd. We hebben elkaar een paar seconden aan staan kijken. De rij schuifelde rustig door naar de uitgang van de tent en blijkbaar hield ik de rij achter me een beetje op. De medewerker vroeg om mn bon. In mn jaszak. Dacht ik. Ik draaide een kwartslag en vroeg haar mn bon uit mn jaszak te halen voor de stempel. Met mijn woeste draai sloeg ik met de bovenkant van mijn boom twee of drie schuifelende mensen voor me en met de onderkant sloeg ik de mensen achter me in de rij. Ze maakte geen aanstalten om de bon uit mijn zak te halen. Ik begon te giechelen en probeerde mijn boom op de grond te zetten om mijn bon te pakken. Blijkbaar in mn andere zak. Ik liet mijn boom bijna tegen de man naast me vallen toen ik probeerde mijn bon te pakken met mijn andere hand.
Ik kreeg de stempel en probeerde mijn boom weer op te pakken en in mijn armen te klemmen. De hele schuifelende rij om me heen stond inmiddels een beetje meewarig naar me te kijken en had een stapje achteruit gedaan. Toen ik zo goed en kwaad als het ging mijn boom weer tegen mijn lijf aan gedrukt had, zag ik vanuit mijn ooghoek een leeg karretje. Ik stapte uit de rij, nog wat mensen rakend. Het kon me eigenlijk niets meer schelen. Die hele parkeergarage door met dat ding, zonder zicht, door de blubber, op mn hakken. Ik zag het niet zo zitten. Ik gooide de boom in de kar en liep met kar en boom (nog steeds zonder zicht) richting de rij naar buiten. Ik kreeg boze blikken omdat ik blijkbaar hielen en schoenen en tenen raakte met de kar. Ik vond het wel best.
De boom ging niet gemakkelijk in mn Twingo. Schuiven, trekken, duwen en van de andere kant proberen. Ene deur open, nog een een beetje trekken, andere deur open, nog meer gesjor. Die achterklep moest en zou dicht. Uiteindelijk reed ik met de top van de boom in mn haar naar huis. Beretrots dat ik dat even zelf geflikt had. De boom uít de Twingo was gelukkig minder lastig.
Toen de boom eenmaal middenin de huiskamer op de grond lag uit te rusten in zijn netje, bedacht ik me dat ik maar eerst de kerstspullen van zolder moest halen. Ik heb korte armpjes en ben net 1.68m. Ik heb op mijn tenen, op een keukenkruk, met een speciale haak, aan het slotje van het vlieringluik staan sjorren en trekken. Toen er eindelijk wat beweging in het slot kwam, struikelde ik voorover. Ik viel.
Met mn wang tegen de slaapkamerdeur aangeplakt kon ik nog nét mijn evenwicht bewaren. Toch gleed de kruk weg onder mijn andere voet. Mijn ene knie vond gelukkig houvast tegen dezelfde slaapkamerdeur. Mijn katten stoven alle kanten op van de herrie. Ik kon een gemoffeld ‘verdomme’ niet onderdrukken.
Ook alleen de dozen van de vliering af krijgen bleek nog niet zo makkelijk. Het is een smalle doorgang en ik ben niet zo goed met ladders en trappen. Al glibberend op kousevoetjes, me vastklauwend aan de sporen van de ladder en met mijn andere (korte) arm om een veel te grote doos geklemd verloor ik weer bijna mijn evenwicht. Al vloekend en tierend heb ik drie dozen beneden kunnen krijgen. Dan maar wat minder lichtjes en ballen in de boom. Ik was het zat. Ik had al 3 gaten en ladders in mn panty. Mijn bovenbeen en ene knie waren blauw aan het worden en het zweet stond op mn rug.
Ik vond al vrij snel mijn standaard. Ik besloot de standaard eerst om de liggende boom te klemmen om daarna te proberen hem op mijn tafeltje te zetten, zodat ik nog wat speling had, mocht ie niet recht staan. Ik sjorde mn boom overeind en tilde hem op het tafeltje. Hij zakte niet goed in de standaard. Er zaten takken in de weg. Ik beet op mijn lip en bekeek mijn scheve boom. Weer van het tafeltje af dan maar. Ik pakte de snoeischaar uit de keukenla, want ik dacht daar wel even wat takken mee af te kunnen knippen. Het werkte niet. Ik had blijkbaar een robuuste boom gekocht. Dan maar op zoek naar een zaag. Vol trots kwam ik met een laminaatzaag de schuur uit. Ik haalde mn schouders op. Als ie laminaat kan zagen, dan ook takken van mijn kerstboom. Hout is hout toch?
Ik pakte de stam en wat takken vast en zette de zaag in de onderste takken. Op goed geluk en op hoop van zegen. Het lukte. Ik raakte nog een paar keer mn handen, mn panty en mn kleed, maar die *&@#$@& takken moesten en zouden eraf.
Na nog twee keer de boom op de tafel en van de tafel om hem recht te krijgen stond dat ding eindelijk naar mn zin. Nou ja. Bijna. Een heel klein beetje scheef, maar ik had echt geen puf meer. Mijn hele woonkamer lag bezaaid met naalden, blubber, blaadjes, modder, restjes van het netje, takken en zaagsel. En toen moesten de lampjes nog uit de klit.
Met een diepe zucht ben ik eerst maar een kop koffie gaan zetten en een sigaret gaan roken. Ik besloot dat ik volgend jaar gewoon inga op het aanbod van mn hoveniers om te helpen. Samen een boom halen en hen laten sjouwen, tillen, luiken open laten maken, dozen van zolder laten halen, takken eraf laten zagen, recht laten zetten én lampjes uit de klit halen.
Dat. Of minions.
Hoe herkenbaar
LikeLike
Hahaha, en volgend jaar misschien de voet ook meteen even laten vullen met water? Kan nog niet geloven dat JIJ als kerstbomenfreak dat niet wist….
LikeLike