Nachtelijke Geluiden

Ik woon in een lief klein huisje. Een oud-begin-20e-eeuws-arbeidershuisje. Aan een klein vierkant hofje. In een ouderwetse volksbuurt. Mijn achtertuin is niet groot en zo’n 8 buren kunnen in mijn pas opgeknapte fleurige tuintje kijken. Een paar maanden geleden kregen we grotere kliko’s en wordt het afval nog maar een keer in de twee weken opgehaald in plaats van elke week. Deze grote kliko’s passen niet naast elkaar in het klikohoekje van mijn tuin. Ik heb de grijze bak dus verplaatst naar de voorkant. Mijn grijze reus rust elke dag tegen mijn voorgevel en hij wordt met afgrijzen bekeken. Blijkbaar hoort hij niet thuis op het hofje met vogelhuisjes en plantenbakken vol geraniums.  

De overbuurvrouw aan de voorkant heeft een scheve nek van het gluren. Tot voor kort had ik namelijk geen gordijnen. Scheve-nek-oma vroeg laatst aan mijn rechterbuurvrouw of ik bang was in het donker, omdat mijn licht zo laat nog aan is (!). Blijkbaar ga ik niet op tijd naar bed.

Een tijdje geleden stond mijn rechterbuurvrouw haar stoepje aan de voorkant aan te vegen. Ze had net wat onkruid weggehaald voor haar deel van onze twee-onder-een-mini-kap. Rechterbuurvrouw stond met redelijk wat stemgeluid schuin naar de overkant van het hofje te klagen dat zij en schuinebuurvrouw de enigen waren die wat aan hun onkruid deden. Ik kwam aanlopen, armen vol schooltassen en nakijkwerk. Het geklaag was moeilijk te missen. Ik bekeek vluchtig mijn onkruid naast, onder, achter en bij mijn grijze reus. Het zag er mooi uit. Fel groen, veel blad en lekker weelderig. Mijn blik veranderde in die van een trotse pauw. Ik verzorg mijn onkruid heel goed. Arrogant zei ik rechterbuurvrouw en schuinebuurvrouw gedag en gooide ik mijn spullen lekker midden in de huiskamer neer. Recht voor het raam, met een extra tas op de eettafel zodat scheve-nek-oma ook zou zien dat ik thuis was.  

Mijn lieve moeder heeft heel lief wat huishoudelijke klussen gedaan de afgelopen weken. Wasjes opgehangen bijvoorbeeld. Ze vindt dat ik maar weinig knijpers heb. Ze heeft ook de ramen gezeemd. Een klusje waar ik geen groot fan van ben. Begrijp me niet verkeerd, mijn huisje is niet vies, echt niet. Maar ik heb niet altijd zin tijd om dat soort klussen te doen. Mijn rechterbuurvrouw kwam naar buiten voor een praatje met mijn lieve moeder. Na wat prietpraat kwam mijn lieve moeder giechelend naar binnen. Rechterbuurvrouw had tegen mijn moeder verklikt dat ik al zolang als ik in dit huisje woon (bijna een jaar) nog geen enkele keer mijn ramen had gezeemd.

Een week geleden. 7.32 am. De oude buurman om de hoek rende zo hard als zijn steunkousen hem konden dragen naar buiten. Er stond een meneer bij mijn half op de stoep geparkeerde auto. Hij ging wel eens even praten met die gemene meneer die bij mijn auto driftig een boete stond uit te schrijven (85 euro, in een vergunning vrije woonwijk!). Later die middag moest ik daar natuurlijk alles over horen toen ik langsliep en steunkousomdehoekbuurman rustig zijn sigaretje stond te roken voor de deur omdat hij van ‘moeder’ niet binnen mag roken.  

Ik ben het allemaal niet zo gewend. De hele buurt bekijkt iedereen met haviksogen. Ik woon in de stad. Met een reden. Ik vind onpersoonlijkheid en privacy soms best heel fijn. Ik woonde in flats, buren, maar meer dan een beleefd hallo in het trappenhuis of de lift vond ik niet nodig. Ik krijg hier op het hofje constant het gevoel dat ik niet vaak genoeg mijn ramen zeem, niet op tijd naar bed ga en niet goed voor mijn onkruid zorg. Het is net of ik omsingeld ben met moeders.

Ik maak heus wel schoon en ik doe heus de was. In het weekend en ’s avonds. Goedkopere stroom en overdag ben ik vaak niet thuis. Verplichtingen elders. Werk. Enzo. Zo gebeurt het wel eens dat ik de droger aanzet om een uur of elf. De droger staat in de schuur, die moet dan nog een uurtje even open blijven om het vocht eruit te laten. Dat geeft niets. Ik ben toch nog een uurtje wakker dan. Ik schuif ook regelmatig iets voor de deur zodat deze niet openwaait. Ik ben echt geen lastige buurvrouw, echt niet. Ik ren niet stampend de trap op zoals schuinebuurvrouw2, heb geen harde-voetbal-tv-geluiden zoals achterbuurman, geen blaffende honden zoals rechterbuurvrouw en geen huilende baby’s zoals linkerbuurvrouw.

Vanmiddag stond er ineens een kleine vrouw met een weelderige bos krullen voor mijn raam naar binnen te kijken. Automatisch schiet mijn hand omhoog. Dat heb ik namelijk geleerd het afgelopen jaar. Als er iemand langsloopt op het hofje, kijk je even en steek je je hand omhoog. Of je de gluurder nou kent of niet. Op goede dagen lach ik er ook nog bij. Twee tellen later gaat de deurbel. Weelderigekrullen staat me half glimlachend aan te kijken. Ze blijkt mijn achterbuurvrouw te zijn. Die met de tv superhard tot 12 uur/half 1, een nare kater die mijn Kiki aanvalt en een airco uit de jaren tachtig die nachtenlang aanstaat en klinkt als een helicopter.

Weelderigekrullenachterbuurvrouw begon een beetje hakkelend te praten. Ze heeft last. Van nachtelijke geluiden. Ze heeft last van míjn nachtelijke geluiden (lange stilte en ik kijk haar alleen maar vragend aan). Ze moet vroeg op. Geschuif met prullenbakken en gepraat. Ze kan er niet tegen. Ze slaapt al zo slecht oh en had ze al gezegd dat ze vroeg op moest? Ze heeft nog nooit eerder last gehad. Van geen enkele buur. Maar sinds ik er woon wordt ze steeds wakker (echt? bijna een jaar lang al?). Toen ze ineens knijpers in haar tuin vond besloot ze toch om even met mij te gaan praten. Knijpers die in haar tuin gegooid worden en niet kunnen slapen van nachtelijke geluiden. Ze kon er écht niet meer tegen.

Ik kijk haar een beetje verbaasd aan en verzeker haar dat ik geen knijpers in haar tuin heb gegooid. Nee, ook niet om haar kater weg te jagen (het zou mijn knijpertekort kunnen verklaren, maar nee, echt, ik gooi geen knijpers naar de 8 achterburen). We hadden afgelopen zaterdag een feestje. Om 1 uur ging de laatste wijngenieter naar huis nadat we zachtjes en droog hadden zitten kletsen. In de kletterende regen. Onder mijn nieuwe parasol. Ik vertel haar dat ik af en toe wel een logee heb en die praat in zijn slaap, toevallig stond vannacht het raam wat verder open dan een kier en heeft hij een heel sprookjesboek liggen voorlezen in zijn slaap (compleet met grotebozewolf en roodkapje geschreeuw). Hoe ze hem heeft kunnen horen boven haar helicopter uit is mij overigens een raadsel. Na wat beleefdheden heen en weer en beloftes van mijn kant dat ik erop zal letten, vertrekt weelderigekrullenoverbuurvrouw. Met stomheid geslagen doe ik mijn voordeur dicht.

Ik geloof dat ik soms een heel klein beetje verlang naar de flat.

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Twitter-afbeelding

Je reageert onder je Twitter account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s

%d bloggers liken dit: