Lachen naar je telefoon

Ik heb een hippe moeder. Ze had als eerste in de familie een smartphone. Een Samsung. Ze was verslaafd. Tegenwoordig zijn verschrikkelijk veel mensen gelinkt en continu op de hoogte van statusupdates, het nieuws, emails, hippe spelletjes en appjes. Zij was het ook. Alláng. En ik ergerde me er rot aan. Ik maakte er elk mogelijk moment grapjes over. Ze had nog net geen tasje hangen waarin haar telefoon gemakkelijk tegen haar lijf aan kon slapen. Nou ja slapen. De telefoon kreeg geen rust. Er moest continu gewordfeud, geupdate en gekeken worden op die arme telefoon. Ik werd er écht gillend gek van.

In die tijd waren er nog mensen die trots zeiden: “Nee hoor! Ik heb niet zo’n ding!” of “Ik heb hem vandaag lekker thuis gelaten!”. Mijn moeder niet. Ze nam hem overal mee naar toe. De bedoeling van een mobiel toch? Zij wist het toen al. Ik nog niet. De supermarkt, op visite of de dokter. Het maakte haar niet uit. Ze schaamde zich nergens voor.

Mijn moeder en ik zaten op een gegeven moment in een overvolle wachtkamer bij de huisdokter. Zo’n plaatselijke, die iedereen kent. Er hangt altijd zo’n ongemakkelijke stilte in wachtkamers. En vooral bij de dokter. Mensen zeggen nog vrij vrolijk goedemiddag, vragen wie de laatste is en gaan dan stil zitten. Ik snap het wel. Het is niet echt een plek om uitgebreid te praten over het weer, de boodschappen, de buurvrouw en haar minnaar of over wat er nou precies met je aan de hand is als je voor een uitstrijkje of vaginaal kweekje komt. Zie je het voor je? Gezellig discussiëren over die eendenbek en of je het fijner vindt met babyolie of met warm water. Juist.

Ik las ouderwets een boek. Mijn moeder zat met haar neus aan haar telefoon geplakt. En ineens begint ze te schaterlachen. De overvolle wachtkamer schrok. Van het vrolijke geluid en van de ongemakkelijke stilte die doorbroken werd. Ik keek niet meer op of om. Ik vond het doodnormaal. Toen iedereen een beetje was bekomen en weer in stilte voor zich uit begon te staren, zei ik nog steeds met mijn neus in mijn boek: “Lachen naar je telefoon is een teken van eenzaamheid mama.”

Vanuit mijn ooghoek zag ik de mevrouw naast me verschrikt omhoog kijken. Ze begon te grinniken. De rest van de wachtkamer keek ook weer verschrikt op. Mijn moeder twijfelde tussen boos worden en lachen. Ze besloot lachen, met een elleboogje in mn zij, een gesisst “Nou Lé!” en een klein schatertje. Ik kon een stiekeme glimlach niet onderdrukken. Mijn wraak was zoet.

De ergernis van het continu op de telefoon kijken werd groter en groter. Ik bleef zuchtend naar haar kijken als er weer getrild of geappt werd. Tot ik een maand of 8 later natuurlijk zelf ook een smartphone kreeg. Ja, want zo noemde je dat nog. Geen gewone telefoon. Een SMARTphone. We waren samen hip nou ja, ik iets hipper, ik had de Samsung Galaxy S2. En ineens begreep ik het. Ik begreep het écht. De sms/app duimen, de ledogen en de noodzaak van je oplader overal mee naartoe slepen in je handtas. Ik was net zo verslaafd. Mijn eerste rekening huizenhoog. En mijn datalimiet de volgende maand nog een beetje hoger.

Ik ben een groot fan van DYAC. De laatste tijd wordt het wat flauw. Toch blijft het leuk. En schandalig. En grappig. Ik krijg zelf ook regelmatig verkeerd gespelde of onbedoeld grappige appies (‘Maandag is mn zus hoer’, ‘Fijne verhaardag!’ en meer van dat). En ik ben dus regelmatig heel hard aan het lachen naar mn telefoon. Alleen. In de wachtkamer bij de dokter. In mn pauze. In de supermarkt. Of voor het stoplicht. Ik zat ernaast. Ik had het fout. Het is alláng geen teken van eenzaamheid meer *doet armen over elkaar*

2 Reacties op “Lachen naar je telefoon”

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Twitter-afbeelding

Je reageert onder je Twitter account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s

%d bloggers liken dit: