Ergens tijdens mijn puberteit ben ik zwarte kleren gaan dragen. Lekker makkelijk. Alles past altijd bij elkaar. Makkelijk met wassen en mijn enorme dijen lijken ook nog eens een stuk minder gigantisch. Mijn kledingkast is nog steeds niet erg gekleurd. Een beetje bruin en een beetje donker blauw mogen tegenwoordig ook. Ineens kwam daar ook rood bij. Zonder dat ik het door had.
Ik hou erg van rood. Rode schoenen, rode jurken, rode nagellak en rode lippen. Vooral de laatste paar weken van de schoolvakantie heb ik enorm veel rood ingeslagen. Nieuwe rode lippenstift, nieuwe rode pumps en bijna elk kledingstuk heeft wel wat rood erin.
Het nieuwe schooljaar is begonnen. Op de een of andere manier kunnen docenten niet omgaan met rode lippen of rode pumps. Ik krijg al de hele week commentaar. “Hoe kan je erop lopen?!” “Zo! Geen zwarte kleren vandaag?!” Zelfs leerlingen vroegen aan collega’s waar die juf met die rode lippen was.
In een van de hele korte pauzes tijdens deze hele drukke introductieweek komt het gesprek ineens op vrouwen met rode lippen en hun woest en wildheid. Ik luister grinnekend naar de collega die allerlei verhalen zit te vertellen over dronken vrouwen met rode lippen. Mijn hand gaat langzaam naar mijn mond. Ik wil bijna een doekje pakken om het rode smeersel eraf te halen en te doen alsof ik daar niet bij hoor. Het is vergeefse moeite. Hij wijst al in mijn richting. “Jij was er ook een vroeger, ik weet het zééker!”
Ik haal mijn schouders op, lach een beetje geheimzinnig en ineens moet ik aan Lucy denken.