Die heerlijke eerste chaotische week op school. Als leerling vond ik hem altijd super relaxed. Je hoefde nog niet veel te doen in de les (behalve lachen en vervelend zijn deed ik dat toch niet echt) en je hoefde nog niet zoveel huiswerk te maken (dat deed ik ook niet echt).
Nu aan de andere kant van de klas krijg ik een ander beeld bij die eerste week. Er moest nog verschrikkelijk veel geregeld, opgezet, afgemaakt en voorbereid worden. Ondanks onze inspanningen aan het einde van vorig schooljaar, was ons team nog niet helemaal klaar. Ik heb me rot lopen rennen, regelen en kopieëren. Ik was gewaarschuwd en ik had me voorgenomen om dit niet te laten gebeuren. Het gebeurde toch.
Het had er denk ik ook een beetje mee te maken dat ik eindelijk mijn bachelor heb gehaald. De laatste week van de vakantie wilde ik gebruiken om allemaal dingen te doen, maar toen moest dat laatste verslag ook ineens nog herzien worden. Ik kreeg op de dag van de cijfer-inlever-deadline een email van de betreffende docent: ik had hem gehaald. Ik heb gegild, gehuild, gelachen en een rondedansje gemaakt door de huiskamer. Na 6 jaar was het eindelijk klaar, af, basta.
De nieuwe studie staat echter voor de deur. Die had ik niet mogen beginnen als ik het niet gehaald had. Ik moet twee dagen in de week naar de Educatieve Hogeschool van Amsterdam. Jawel, ik ga mijn tweedegraadsbevoegdheid (eindelijk) halen. Door die twee dagen terug in de studiebanken ben ik maar drie volle dagen op de school waar ik lesgeef. Naast mijn eigen hectische start van de lessen ben ik ook nog eens mentor én sectiecoördinator. Er kwam de afgelopen week een beetje teveel op me af en dan druk ik het zachtjes uit. Echt overal waar ik was (Amsterdam en Leiden) moest ik dingen regelen en kwamen mensen dingen aan me vragen.
Amsterdam verwacht dat ik donderdag overdag op school ben. Ik volg dan een aantal lessen en rond een uur of 14:00 ben ik klaar. Om 20:30 uur word ik echter terug verwacht voor een anderhalf uur durend college over Nederlands als tweede taal. Ik kwam donderdagavond om elf uur helemaal kapot binnen zetten. Ik zie het niet zitten om na tienen alleen met de metro naar het Centraal te gaan en dan met de trein nog naar Leiden. Vandaar dat ik donderdagavond altijd met de auto wil.
Vrijdag was het toppunt van achter de feiten aan rennen. Ik was helemaal uit mijn doen. Ik had in de pauzes even snel klusjes gepland en ik was trots op mijn effectieve indeling voor die dag. Vrijdagochtend begon rustig. Ik had het gevoel dat de klas al een beetje aan mij gewend was en dat ze lekker bezig waren. Mijn telefoon staat altijd uit of op stil als ik op school ben. Om half tien gaat ineens mijn telefoon af. Ik zie dat het mijn Dier is. Ik vond het raar, hij weet dat ik les aan het geven ben en niet opneem. Er bekroop me een akelig gevoel en ik glipte even op de gang om op te nemen. Ik heb mijn Dier lichtelijk in paniek aan de telefoon:
Dier: "Schat, waar is de autosleutel?"
(BaB heeft krakende hersenen en BaB slaakt een gilletje.)
BaB: "In mijn tas!"
Dier: "En waar ligt jouw tas?"
BaB: "Hier onder mijn bureau."
Dier: "Dat dacht ik al."
BaB: "Euh, ja. Euh. SHIT!"
Dier: "En nu?"
(BaB raakt ik paniek. Dier blijft doodkalm.)
BaB: "Ik heb zo om tien uur pauze, ik kom wel even naar huis. "
Dier: "Ok. Dan bel ik mijn werk even."
Ik belde de roostermaakster. Ik legde de situatie uit en ze begint heel hard te lachen (de *&$%@#!). Er kwam een vervanger en ik was om tien minuten voor tien thuis. Dier stond op zijn gemakje een kop koffie te drinken in de keuken. Ik kwam helemaal buiten adem en helemaal bezweet naar boven rennen. Om tien uur fietste ik terug en ik was maar net op tijd voor mijn volgende les…..
Note to self:
beter plannen en rekening houden met onverwachte gebeurtenissen