Brillenmans, vier-oog, schele, nerd en brillie zijn de woorden die ik wel eens naar mn hoofd heb gekregen omdat ik een bril draag. Ik heb me nooit zoveel aangetrokken van die woorden. Ik vond het juist cool om een bril te dragen. Ik was 14 en wilde per sé een bril. Mijn brillenwens ging zelfs zo ver dat ik bij de H&M een nepbril kocht, leuk montuurtje, gewone glazen en heel hard doen alsof ik niets kon zien zonder die bril.
Toen ik 15 was sloeg de puberteit toe. Mijn brillenwens bleef, maar ik ging écht niet meer voorin de klas zitten om goed op te letten. Ik ging achterin de klas zitten en vanalles uitvreten, behalve de goede dingen. Ik kwam erachter dat ik eigenlijk niet eens zo goed het bord kon zien in de spaarzame momenten dat ik toch echt iets op wilde steken. Toen ik dit aan mijn moeder vertelde werd ik linea recta naar de opticien verwezen. Ik sprong een gat in de lucht.
Een aantal jaren en diverse monturen later ben ik gewend geraakt aan mijn "echte" bril. Ik heb hem niet continu op, maar ik hecht veel waarde aan het idee dat mijn lieveling in mijn tas zit en altijd zijn plicht kan vervullen.
Omdat mijn lieveling zo intensief gebruikt wordt, ben ik regelmatig aan vervanging toe. Met mijn bijbaantje en schramele studiefinanciering kon ik nooit naar een "echte" opticien om een superbril uit te zoeken en moest ik het doen met de 35 euro montuurtjes van "ghans".
Mijn bruine lieveling was aan vervanging toe, ik zag niet altijd meer even goed, de pootjes stonden scheef en er waren schroefjes losgeraakt. Omdat ik vind dat bij een nieuw lijf ook een nieuwe bril hoort, zijn mijn vriendje en ik vorige week zaterdag even langs gegaan voor een oogmeting en een nieuw montuurtje (mijn vriendje heeft zijn bril nóg meer in zijn tas zitten dan ik).
Het eerste dilemma kondigde zich al aan. Omdat ik zo verliefd ben op brillen, kon ik niet kiezen. Ik had twee montuurtjes op het oog en wist echt niet welke ik nou moest nemen. Vriendlief bood de oplossing; ik kreeg er 1 van hem. Stralend van geluk omdat ik voortaan twee lievelingen zou hebben om uit te kiezen, begaven wij ons naar de balie.
Wij kregen onomwonden te horen dat wij om kwart voor vier niet meer welkom waren voor een oogmeting, daar de dames nog veel te veel werk hadden en anders niet op tijd naar huis konden. Enigzins teleurgesteld maar niet uit het veld geslagen, lieten we de drie monturen apart leggen en maakten een afspraak voor de donderdagavond.
Die donderdag ging ik ’s middags al even langs, om zo alvast de eerste oogmeting achter de rug te hebben. Ik kreeg te horen dat ik wederom niet welkom was voor een oogmeting en mijn vriendje zou ’s avonds al helemaal niet aan de beurt komen. De dames moesten eerst nog eten, andere klanten helpen en ze hadden nog teveel werk liggen. Als ze dan ook nog twee oogmetingen zou doen die dag, zou ze niet op tijd thuis zijn. Ik zou maar een andere dag terug moeten komen, en ook niet op zaterdag of koopavond, want dan hadden ze het te druk. Na deze woorden draaide de dame haar hoofd om en vroeg wie ze dan kon helpen.
Nou ben ik een redelijk mens. Ik wil best terug komen op andere dagen, ookal is mij wat beloofd. Ik wil best anderhalve week wachten op een oogmeting, maar de onbeschoftheid van je hoofd wegdraaien terwijl we drie brillen komen kopen, kan ik moeilijk mee omgaan.
Ik vraag nog een keer om de aandacht van de dame in kwestie. Ik vraag nog netjes waarom het zo onmogelijk is om mij gewoon beleefd te woord te staan. Ze kijkt me niet aan, geeft geen antwoord en gaat door met de andere klant helpen. Ik voel mijn bloed borrelen, loop terug naar de balie en bloedkalm zeg ik tegen haar dat ze die drie brillen die we apart hebben laten leggen, kan steken in een gat waar de zon niet schijnt. Blijkbaar is niet alleen de prijs anders.