Poezendieet

Sinds een jaar hebben wij twee kleine poezenmonsters. Twee zussen die achter gelaten zijn op een industrieterrein toen ze pas 5 weken oud waren. We wisten dat het een risico zou zijn om twee crisiskittens in huis te halen. Zouden ze wel ‘sociaal’ zijn? Hebben ze van hun mama geleerd dat ze op de bak moeten? Zijn ze wild? Zijn ze schuw? Zijn ze de hele tijd ziekig omdat ze zo weinig weerstand hebben? Maar we wilden toch echt crisispoezen, als we dan kittens zouden nemen, dan wel kittens die een warm huis, liefde, een schone bak en elke dag eten écht nodig zouden hebben.

Ik vond ze via de website van een opvangstichting (st. Widy). We zijn een dag later gaan kijken en we waren meteen verkocht. We hebben de twee dames mee naar huis genomen en waren van plan de halve nacht wakker te blijven om ervoor te zorgen dat de dotten zich goed op hun gemak zouden voelen.

Al onze zorgen, overwegingen en goede plannen hebben we overboord gegooid. Ze vergingen zowat van de honger. Ze waren niet schuw of niet-sociaal. Ze wisten meteen hun bak te vinden, hun krabpaal en onze warme oksels om in weg te kruipen. Na een uurtje of twee waren ze uitgeput en vielen ze zowat om van de slaap.

De kleinste van het stel bleek toch een beetje ziek te zijn, na meerdere doktersbezoeken, wat antibiotica en een paar spannende dagen (red ze het wel, red ze het niet) is ze er weer helemaal bovenop gekomen. Ze is echter altijd wat kleiner gebleven dan haar zus. Officieel heet ze Darko, maar we hebben het eigenlijk altijd over "die kleine".

Sinds de dames een paar maanden geleden zijn gesteriliseerd, dijen ze enorm uit. De grootste van het rattenstel weegt bijna anderhalve kilo meer dan haar kleine zus. Officieel heet ze Noeti, maar ze wordt altijd "die dikke" genoemd. Ze heeft altijd honger en heeft altijd trek in een lekker poezen anti-haarbalsnoepje.

Noeti is menigmaal vergeleken met ondergetekende. We bunkeren allebei als kokmeeuwen, snoepen als een beest, dijen uit bij het leven en hebben nooit genoeg.

Behalve Noeti, de tank en die dikke, kreeg onze schranzpoes nog een naam: poezenworst. Ondertussen is Noeti uitgegroeid van een poezenknakworst naar een poezenrookworst. Ze kan haar achterpootjes niet meer naast elkaar neerzetten als ze parmantig probeert te zitten en zet haar voorpootjes nog meer naar voren omdat haar dikke poezenbuik in de weg zit.

Ik ben een paar maanden geleden drastisch aan mijn lijn gaan werken, terwijl onze allerliefste poezenrookworst gewoon door mocht blijven eten. Ik ben menigmaal jaloers geweest op haar luilekkerleven vol eten, verwennerij en snoepjes.

Darko eet evenveel maar blijft kleiner en wordt helemaal niet dik, máár ze beweegt en speelt wel meer dan haar grotere zus. Na een kleine analyse van het eet-, slaap- en speelgedrag van onze dotten, kwam ik tot de conclusie dat voor poezen gewoon hetzelfde geldt als voor mensen.

Onze poezenrookworst moest op dieet, net als haar mama. Om beter in haar poezenvelletje te zitten en geen buik meer te hebben die in de weg zit.
De anti-haarbal-, vis-, en kaassnoepjes gingen de deur uit, geen dikke poezenmelk meer, geen halve blikken vleesvoer per poes meer, geen extra stukjes kip meer en vooral méér met ze spelen in plaats van dat luie hangen en slapen de hele dag. Van hun dikke poezenworstenkonten zouden ze afkomen!

We zijn een aantal maanden verder en alle moeite loont. Ik ben 15 kilo afgevallen en onze poezenrookworst is geslonken tot een poezenslagersworst. Een poezenknakworst zal ze echter nooit worden. Ik ook niet, we hebben er allebei blijkbaar nou eenmaal aanleg voor..

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Twitter-afbeelding

Je reageert onder je Twitter account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s

%d bloggers liken dit: